Defensity College geeft Defensie een gezicht

Defensity College is het enige communitylid van Marineterrein Amsterdam dat gevestigd is op het militaire deel van het terrein. Een bijzondere plek voor een organisatie die er mede voor wil zorgen dat Defensie weer midden in de samenleving komt te staan. Volgens medeoprichter Hugo Goedhart (36) is dat slechts een kwestie van tijd. ‘Je leert bij ons dingen die je nergens anders leert.’

In het donker door het bos rennen, drillsergeanten die in je gezicht staan te schreeuwen en toiletten poetsen met een tandenborstel. Het is het clichébeeld van hoe het er bij Defensie aan toegaat, maar er is nog zoveel meer dan dat volgens Hugo Goedhart. ‘Tijdens mijn studie informatica en bedrijfskunde ging ik als reservist bij Defensie aan de slag. Toen kwam ik erachter wat een veelzijdige organisatie Defensie eigenlijk is en dat er binnen die organisatie allerlei verschillende soorten functies zijn.’ 

Stereotype doorbreken
In zijn afstudeerscriptie stelde Hugo zichzelf de vraag hoe Defensie beter kon innoveren aan de hand van open innovatie. Maar voor innovatie heb je meer mensen nodig dan alleen militairen. ‘De logische vraag was dus,’ stelt Hugo, ‘hoe doorbreken we het stereotype beeld van Defensie en maken we mensen bewust van de vele mogelijkheden? Defensie is een maatschappij op zich, met evenzoveel functies. Antropologen, IT’ers, ze zijn er allemaal maar te weinig mensen in de samenleving weten dit.’ 

Bierviltje
Het vraagstuk kwam, tussen het bier en de bitterballen, op tafel in café De Blauwe Engel. Daar zette Hugo samen met majoor Alfred van der Klis en luitenant-ter-zee Erik Noordam op de achterkant van een bierviltje de eerste lijnen uit van wat later Defensity College zou worden. ‘We bedachten dat we meer jongeren bij de organisatie moesten betrekken. Veel studenten hebben een bijbaan tijdens hun studie, waarom zou dat niet bij Defensie kunnen? We wilden studenten de kans bieden zich in het verlengde van hun studierichting bij Defensie te ontwikkelen, terwijl ze tegelijkertijd de kans krijgen dingen te leren die je niet op school leert.’ 

Bijdrage aan maatschappij
Het plan werd met enthousiasme begroet, maar toch kostte het nog een jaar lobbyen, nota’s schrijven en begrotingen maken – Defensie blijft immers een enorm hiërarchische organisatie – voordat Defensity College een feit was. Het werven kon beginnen. Hugo: ‘We gingen langs bij universiteiten, bij studieverenigingen en open dagen om studenten te informeren en te enthousiasmeren. En dat werkte, voor velen was het precies wat ze zochten. We merkten dat studenten ook in hun bijbaan zingeving wilden, een bijdrage leveren aan de maatschappij. Door hun kennis te gebruiken en te ontwikkelen bij Defensie kunnen studenten zich inzetten voor vrede en veiligheid, iets dat zeker niet vanzelfsprekend is.’ 

Militaire training
Tijdens hun tijd bij Defensity College gaan de militair werkstudenten aan de slag bij een afdeling van Defensie die aansluit bij de studierichting en doen ze praktijkervaring op, maar volgen ook militaire training. ‘Dit maakt Defensity College zo uniek’, zegt Hugo. ‘Je leert hier dingen die je nergens anders leert. Je gaat op bivak, doet schietoefeningen en bovendien leer je over teambuilding, leiderschap en hoe je mensen motiveert. Dit schept een hechte band tussen de studenten, ongeacht achtergrond, religie of geslacht. We zijn zelfs de enige afdeling binnen de NAVO waar de verdeling tussen mannen en vrouwen 50/50 is.’

Defensieambassadeurs
Uiteindelijk wil Hugo met Defensity College ambassadeurs creëren voor Defensie. ‘Wij zijn geen wervingsinstrument. Als studenten na hun studie bij Defensie willen blijven werken, is dat hartstikke mooi. Zo niet, ook goed. We willen in de samenleving een netwerk opzetten van mensen die weten waar Defensie voor staat en wat er allemaal mogelijk is. Defensie komt zo weer midden in de samenleving te staan en het overtuigt mensen er misschien weer van om te solliciteren. Met een netwerk van ex-Defensitystudenten bij allerlei werkgevers  ontstaat er een groter draagvlak waarmee we samenwerking tussen verschillende organisaties en Defensie mogelijk kunnen maken.’

Veel raakvlakken
Dat deze strategie kan werken ziet Hugo in het klein op het Marineterrein. ‘Eerder merkte je hier op het terrein heel erg dat mensen het idee hadden van “O, dat zijn ‘zij’ van Defensie.” Maar als je met elkaar in gesprek raakt merk je dat er tussen de organisaties op het publieke deel van het terrein en Defensie veel raakvlakken zijn, vooral op het gebied van innovatie. Zo wordt de drempel lager om ook hier de samenwerking aan te gaan.’ 

Samenwerkingen
En dat is ook precies wat Hugo wil. ‘Ik geloof heel erg in de uitwisseling van ideeën en mensen. Er zit hier heel veel kennis en door samenwerkingen aan te gaan, kan iedereen daarvan profiteren. Sommige van onze studenten zijn bijvoorbeeld met sensoren bezig. Laat die aansluiten bij de Roboats van AMS Institute. Andersom kunnen wij studenten van Codam een plek bieden om hun opgedane kennis in de praktijk te brengen en kunnen we aansluiten op het Cooks25-trainingsprogramma van Kanteen25.
Door dit soort initiatieven krijgt Defensie weer een gezicht en kunnen we het abstracte en stereotype beeld doorbreken. Hier op het Marineterrein doen we dat door de samenwerking aan te gaan met de community en hen toegang te geven tot onze kennis en faciliteiten.’ 

Midden in de samenleving
In bredere zin hoopt Hugo met Defensity College bij te dragen aan het idee dat Defensie een organisatie is die midden in de samenleving staat. En niet enkel het idee. ‘Mijn droom is dat ik kan terugkijken op het creëren van een van de vetste bijbanen die er zijn en dat er in de toekomst in alle delen van de samenleving mensen met een Defensieachtergrond zitten.’

Tekst: Sjoerd Ponstein