Amsterdam en Rijk tekenen voor samenwerking Marineterrein

Nieuws

Vandaag ondertekenden de ministers Hennis-Plasschaert (Defensie) en Blok (Wonen en Rijksdienst), burgemeester Van der Laan en wethouder Van Poelgeest (Amsterdam) een overeenkomst over de herontwikkeling van het Marineterrein. Met het luiden van een scheepsbel in het Scheepvaartmuseum gaven zij het startsein voor een nieuwe toekomst van het terrein.

060_bo_marineterrein_5dec2013Het Rijk en de gemeente Amsterdam gaan het terrein op kattenburg ontwikkelen tot gebied voor recreatie, werken en wonen. De komende jaren zullen verschillende onderdelen van het ministerie van Defensie stapsgewijs het terrein verlaten.

Poort gaat eind 2014 open

Het Marineterrein is een unieke plek waar geschiedenis is geschreven. In de Gouden Eeuw was het de meest innovatieve scheepswerf van Europa, daarna speelde het terrein een belangrijke rol voor de Marine. Eeuwenlang was het terrein militair gebied en afgesloten voor het publiek. Wat zich daar afspeelde, bleef verborgen achter een dikke muur. Maar Defensie gaat het terrein grotendeels verlaten. Gemeente Amsterdam en het Rijk (ministerie van Defensie en het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf) gaan samen het gebied een nieuwe openbare bestemming geven. Eind 2014 gaat de poort van het Marineterrein open.

montagepark_1

Openbare functies op een centrale plek

De voorwerf, het historische deel van het Marineterrein, is als eerste openbaar toegankelijk. De komende jaren gaan verschillende Defensie-onderdelen één voor één verhuizen en wordt ook de rest van het gebied vrijgegeven. Voor de panden die leegkomen, worden nieuwe gebruikers gezocht. Bedrijven, horeca en onderzoekers kunnen een plek vinden op het nieuwe Marineterrein. Een nieuwe brug verbindt het terrein straks met het station en Oosterdokseiland.

Pas over 10 tot 15 jaar zullen de eerste gebouwen worden gesloopt en komt er ruimte voor nieuwbouw van bijvoorbeeld woningen. Het gebouw van de Koninklijke Marechaussee, één of twee gebouwen voor de Nationale Reserve en Het Scheepvaartmuseum met depot blijven op het terrein.